
EG Delft
Nieuwsbericht 24
Het belang van het rapport "Gas 2025" voor Nederland
28 oktober 2025
​
Het rapport "Gas 2025 – Analysis and Forecasts to 2030" van het Internationaal Energieagentschap (IEA) schetst een wereldwijde gasmarkt die de komende jaren sterk zal veranderen. De kernboodschap is dat de grootschalige uitbreiding van LNG-productiecapaciteit (m.n. in de Verenigde Staten en Qatar) de wereldwijde gasvoorziening structureel zal verruimen. Daarmee neemt de kans op extreme prijspieken en leveringsproblemen, zoals in 2022 en 2023, aanzienlijk af.
Deze ontwikkeling is ook voor Nederland van groot belang, zowel voor huishoudens die nog met gas verwarmen als voor de industrie die afhankelijk is van aardgas als energie- en grondstofbron.
​​
Consument
Voor de Nederlandse consument betekent deze wereldwijde verschuiving dat de gasmarkt stabieler wordt, maar niet noodzakelijk goedkoper. De uitbreiding van LNG-aanbod zorgt voor meer concurrentie en een betere balans tussen vraag en aanbod, waardoor extreme prijsuitschieters minder waarschijnlijk worden. Tegelijkertijd blijven de prijzen naar verwachting hoger dan vóór de energiecrisis, omdat Europa blijvend moet concurreren met Aziatische afnemers om LNG-ladingen. De consument zal dus profiteren van meer prijsstabiliteit, maar gas zal waarschijnlijk geen goedkoop energieproduct meer worden. Dit stimuleert de overgang naar elektrische verwarming, warmtepompen en isolatiemaatregelen, terwijl gas voorlopig nog een noodzakelijke rol blijft spelen in de energievoorziening.
Daarnaast versterkt de uitbreiding van LNG-capaciteit de energiezekerheid. Nederland is, net als de rest van Europa, grotendeels overgeschakeld van Russisch pijpleidinggas naar geïmporteerd LNG via terminals in Rotterdam en de Eemshaven. De komst van meer wereldwijde leveranciers (m.n. uit de VS en Qatar) verkleint de kans op fysieke tekorten. Voor consumenten betekent dit een stabielere voorziening, maar ook een blijvende afhankelijkheid van internationale energiemarkten.
Het rapport wijst er verder op dat de rol van aardgas op termijn zal afnemen ten gunste van lage-emissiegassen zoals biomethaan en waterstof. Voor Nederland sluit dit aan bij het beleid om in 2050 volledig aardgasvrij te zijn. De IEA benadrukt dat biomethaan in de komende jaren een belangrijke overgangsbrandstof kan zijn, iets wat ook in de Nederlandse duurzaamheidsstrategie een centrale plaats inneemt.
Grote industrie
Voor de grote industrie in Nederland heeft het rapport eveneens belangrijke implicaties. De verwachte verruiming van de LNG-markt en de groei van flexibele contracten zorgen voor meer prijstransparantie en leveringszekerheid. Industrieën in Nederland – zoals de chemie, staal en kunstmestproductie – kunnen hierdoor beter inspelen op marktontwikkelingen en schommelingen in de wereldwijde energieprijzen. Toch blijft de Europese industrie met hogere gasprijzen geconfronteerd dan concurrenten in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar de gasprijs structureel lager ligt door binnenlandse productie. Dit verschil houdt de druk op de concurrentiepositie van energie-intensieve sectoren in stand.
CCUS
Een ander belangrijk punt uit het rapport is de opkomst van CCUS-technologie (Carbon Capture, Utilisation and Storage) binnen de LNG-keten. De IEA verwacht dat COâ‚‚-afvang en -opslag een steeds belangrijker onderdeel worden van gasproductie en -gebruik. Voor Nederland is dit direct relevant: projecten zoals Porthos in de Rotterdamse haven en de geplande COâ‚‚-opslag onder de Noordzee sluiten aan bij deze internationale trend. Industriële bedrijven die op aardgas blijven draaien, zullen steeds vaker te maken krijgen met eisen rond emissiereductie en schone productie.
Samenvattend
Samenvattend laat Gas 2025 zien dat de mondiale gasmarkt op weg is naar een periode van grotere stabiliteit maar blijvende transitie. Voor Nederlandse huishoudens betekent dit een minder grillige, maar niet goedkope gasmarkt, wat de overstap naar duurzame alternatieven verder zal aanmoedigen.
Voor de industrie biedt de uitbreiding van LNG-aanbod meer leveringszekerheid en flexibiliteit, maar ook de noodzaak om te investeren in emissiebeperkende technologieën en nieuwe energiebronnen. In beide gevallen onderstreept het rapport dat aardgas nog enkele jaren een belangrijke rol zal spelen, maar steeds meer als onderdeel van een gecontroleerde, afbouwende transitie naar een koolstofarme toekomst.