top of page

Kennis

Gasbuffers in Nederland en Europa (samenvatting)

​

Gasbuffers zijn voorraden aardgas die landen opslaan om vraag- en aanbodschommelingen op te vangen. In de winter is de gasvraag vaak dubbel zo hoog als in de zomer. Opslag voorkomt tekorten bij piekvraag of importstoringen en biedt zekerheid bij geopolitieke spanningen, zoals het wegvallen van Russisch gas in 2022. In Nederland beheert Gasunie de infrastructuur, terwijl commerciële partijen de opslag vullen. Bij onvoldoende marktprikkels vult de overheid aan met subsidies of instructies. Duitsland heeft sinds 2022 wettelijke minimumniveaus en koopt zo nodig zelf gas in; België leunt vooral op import en heeft één opslag (Loenhout). Typen gasbuffers: a. Lege gasvelden: grote seizoensopslag (o.a. Norg, Bergermeer); b. Zoutcavernes: snelle levering bij piekvraag (Zuidwending); c. LNG-opslag: beperkte capaciteit, vooral voor importzekerheid (Rotterdam, Zeebrugge); d. Pijpleidingbuffer (linepack): kortetermijnflexibiliteit. Nederland kan 13 miljard m³ opslaan (~40-45% van jaarverbruik), Duitsland 23-24 miljard m³ (~25-30%), België 0,8 miljard m³ (~4%). Italië, Frankrijk en Oostenrijk hebben eveneens grote buffers; sommige EU-landen hebben helemaal geen opslag en huren capaciteit in het buitenland. Nederland had lang geen grote buffercapaciteit nodig door het flexibele Groningenveld. Duitsland, zonder eigen productie, moest wel grote opslagen aanleggen. Nu Groningen dicht is, versterkt Nederland zijn bufferbeleid. Nederland heeft ~15 keer meer opslagcapaciteit en grotere diversiteit. België vertrouwt sterk op continue import en op Nederlandse flexibiliteit. Duitsland, Italië, Frankrijk, Oostenrijk en Nederland zijn sterk afhankelijk van gasbuffers; landen als België, VK en Spanje vertrouwen meer op import en LNG. Gasopslagen zijn nu de belangrijkste bron van leveringszekerheid in Nederland. Er gelden verplichte vulniveaus (≥80%), en een strategische reserve wordt onderzocht. Sinds de energiecrisis gelden EU-vulverplichtingen (90%), subsidieprogramma’s en directe overheidsaankopen. LNG-infrastructuur is versneld uitgebreid, en buffers worden ook gebruikt om prijsvolatiliteit te beperken. Alle lidstaten met opslag moeten een deel vullen (90% voor de winter). Landen zonder eigen opslag moeten elders minstens 15% van hun jaarverbruik laten opslaan. Nederland, Duitsland en België voldoen ruimschoots aan deze verplichtingen. Lege velden (groot volume, trager), zoutcavernes (snelle levering, klein volume), LNG-tanks (importzekerheid, korte termijn) en linepack (urenbuffer). Opslag brengt investerings- en operationele kosten met zich mee, plus cushion gas. Bij falende marktwerking (2021-2022) vullen overheden de opslag met subsidies en directe aankopen. Kosten worden deels doorberekend via netwerktarieven of opslagheffingen. Zoutcavernes leveren direct piekgas, velden enkele uren later, LNG binnen een dag. Buffers zijn dus cruciaal voor acute tekorten en kunnen weken overbruggen bij uitval van import. Leidingen en zoutcavernes kunnen relatief eenvoudig worden omgebouwd voor waterstofopslag. Lege gasvelden vereisen meer onderzoek. Zo blijft bestaande infrastructuur nuttig in de energietransitie. Hoewel de gasvraag daalt door zon- en windenergie, neemt de behoefte aan flexibiliteit toe. Buffers zijn nodig om pieken op te vangen wanneer duurzame bronnen niet leveren. Op termijn kan de rol verschuiven naar opslag van waterstof.

​

Een uitgebreide versie vindt u hier.
 

EG Delft

Mobiel: 06 - 1299 5885

KvK nummer: 90905806

©2024 by EG Delft. Gemaakt met Wix.com

bottom of page